Kudde gnoes
Een toevallige ontmoeting
Een louche sujet stapte op mij af. “Jij bent toch de beroemde Erik van Muiswinkel?” stelde hij meer dan hij vroeg. “Nee,” zei ik. “Ik ben de verrassend onbekende Erik van Muiswinkel.” “Oh wat toevallig,” zei de man. “Ik ben de Erik van Muiswinkel met een hersenschorsbeschadiging.”
Het was een toevallige ontmoeting tussen twee Erikken van Muiswinkels, schuilend in een portiekje tijdens een van de eerste herfststortbuien. Zoals u wellicht weet zijn er vele Erikken van Muiswinkels in Nederland waarvan er een beroemd is geworden met cabaret, en de anderen relatief rustige leventjes leiden op het platteland of in verzorgingsflats. Ik keek mijn mede Erik van Muiswinkel aan. Hij zag er guitig uit, ietwat lang voorhoofd en krulletjes. Hij leek best een beetje op mij. Toch was hij niet veel ouder dan ik, en hij zou helemaal niet zo louche geweest zijn als hij niet de zwarte oliejas droeg die hij wel droeg. En als hij zich geschoren had.
“Heeft u onder dat driedagen baardje een baby-face verstopt?” vroeg ik nonchalant. Erik van Muiswinkel keek mij vragend aan. “U schuwt kenbaar het anglicisme niet,” stelde hij vast. “Maar, nee, mijn zuigelingengezicht ben ik al sinds mijn derde kwijt ziet u.” Volgens mij was deze Erik van Muiswinkel al een beetje kalende. “Testosteron?” vroeg ik. Erik van Muiswinkel liet zijn handen zien. Ze waren groot.
“Zo, zo,” zei de louche Erik van Muiswinkel. “Volgens mij klaart het snel op…” Ik keek naar de grijze lucht. “Volgens mij niet hoor Erik,” zei ik. “Volgens weerman Erik van Muiswinkel kunnen deze plensbuien best lang aanhouden.” “Is er een weerman Erik van Muiswinkel? Dat wist ik niet.” “Hij komt ook nooit op de teevee,” legde ik uit. “Erik is een nogal timide jongen.” Erik van Muiswinkel zweeg. De bui klaarde even snel op als hij gevallen was. Erik van Muiswinkel zette de kraag van zijn oliejas overeind en zei gedag. “Tot ziens Erik,” zei Erik. “Tot ziens Erik,” zei ik.
Nu zegt u wellicht: “Erik, wat wil je nu zeggen met deze ontmoeting?” Wel, lieve lezer, liever had ik het aan uw eigen inzichten over gelaten, maar ik zal het een en ander aan u openbaren. Zo ben ik namelijk.
Deze ontmoeting typeert hoe twee dezelfde mensen (respectievelijk Erik van Muiswinkel en Erik van Muiswinkel) van elkaar kunnen verschillen en toch hetzelfde zijn. Hoewel ik niet dood gevonden zou willen worden in een oliejas – rare uitdrukking overigens; behalve suïcidalen en terminale bejaarden wil niemand toch dood gevonden worden? – is er altijd wel iemand anders die het ding aan wilt etc.
Maar het voornaamste punt wat ik graag wil maken, is dat u, lieve lezer, een tijdperk van regen in gaat. Namelijk de herfst, en ik heb er nooit aangewild, maar eigenlijk is de herfst soms best leuk. Als je samen met wildvreemde Erikken van Muiswinkels in portiekjes aan de praat komt over de politieke situatie in Oezbekistan of het opvangprobleem van dakloze Grebbebergen. Ik zeg maar wat. En soms, ach, dan gaat het gewoon nergens over in het leven.
Zijn er nog vragen?
Erik van Muiswinkel
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage