Errare humanum est

Back with a new batch!

18/12/2003

Zonsopgang

De velden tussen Amersfoort en Amsterdam, daar waar het rijke deel van de randstad begint, lagen er wit bij vanochtend. De snerpende kou joeg in ijzige windvlagen over het braakliggende land. Ik stelde mij een boertje voor - afgekloven sigaartje in de mondhoek, blauwe overal, rode zakdoek, petje op – die met zijn kraag op en zijn hoofd schuin op klompen richting de opkomende zon liep. Hij had het koud, maar vloekte niet. Hij liep al 50 jaar elke ochtend op klompen voor dag en douw tegen de opkomende zon in. Hij was al lang blij dat het niet regende.

Ik zat te wachten, tot ik de eerste stralen zou zien. Die eerste magische stralen, van het hemellichaam wat ons leven geeft. Die eerste straal is de mooiste, net zoals de eerste liefde de hevigste en de eerste moord de moeilijkste. Alles went tenslotte.

Ik was heel moe, want het was heel vroeg en gisterenavond was ik bepaald niet op tijd gaan slapen. Ik was dan ook een uur later van huis weggegaan dan anders. Geen ramp natuurlijk – op de redactie word ik redelijk vrij gelaten wat mijn uren betreft, bovendien druppelt de rest van de redactie pas binnen tegen de tijd dat ik, in de koekjesfabriek waar ik vroeger werkte al weer de arbo-koffiepauze kreeg – maar ik vond het vooral zelf vervelend. Ik wil gewoon graag een ochtendmens zijn.

Ik verheugde me op de zonsopkomst. Winters licht is anders dan ´s zomers licht. Mooier. Harder. Onvriendelijker. Grimmiger. ´s Winters licht gaat door merg en been, kijjkt dwars door je heen. Geeft dat ongemakkelijke gevoel wat je ook wel eens krijgt als een ijskoningin je recht in je ogen kijkt. ´s Zomers licht is dan meer een lekker rond biggetje wat even verlegen naar je glimlacht en daarna haar blik afwendt. Ik houd wel van die strengheid, van dat onverbiddelijke winterse licht.

De plassen tussen Bussum en Weesp waren aan de oevers dichtgevroren. Enkele vogels vlogen verschrikt weg van de langs denderende trein. Op het monotone gedender van de trein werden mijn ogen zo zwaar dat zelfs het meegebrachte thermosflesje koffie ze niet open kon houden (bij Amersfoort was het spul al op, een liter is niet zo veel als het lijkt).
De straal zonlicht kwam door toen ik mijn ogen even dicht had omdat ik ze écht niet meer open kon houden. Zoiets kan mijn dag echt verpesten. Aan mijn chagrijn kwam pas om 15:30 een eind toen ik eindelijk een van de biologen te pakken kreeg. Tja. Ondertussen gaat de zon alweer onder.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage