Errare humanum est

Back with a new batch!

04/05/2005

feuilleton
De verbittering van Thomas Lumpke deel 10

De droom van de opperste eenzaamheid

Mijn God wat ben ik eenzaam, schreef De Schrijver die zojuist besloten had een roman te schrijven. Of een novelle. Of een kort verhaal, hoe dan ook had De Schrijver besloten het niet te laten bij die ene constatering; er moest meer van zijn lijden worden opgetekend. De Schrijver vond dat er veel te weinig boeken waren over schrijvers die leden. En daar zou hij wel eens even verandering in brengen.

De Schrijver had al eens eerder een boek gemaakt. Een kutboek dat helemaal niet ging over zijn lijden, maar over een man die een vrouw neukte en haar vervolgens verliet. Stelselmatig verliet hij dezelfde vrouw, die zich keer op keer door de man liet neuken en verlaten. Dat was pas eenzaamheid. Verder had De Schrijver weinig ervaring met neukende mensen. Met eenzaamheid des te meer.

De Schrijver had na het schrijven van de tweede alinea al moeite met de rest van het verhaal. Hij was ook zo eenzaam. Nooit kwam er eens iemand zo maar bij hem langs. Nou ja, twee keer dan. De ene keer was hij niet thuis, de andere keer was het bezoek niet welkom. Om eenzaam te worden is afzondering nodig. De schrijver wilde grootse werken maken en daar kon hij geen anderen bij gebruiken. Maar het ging hem om de idee: hij had verdriet omdat hem de mogelijk ‘nee’ te zeggen werd ontnomen. Wacht, dat hij eens eerder ergens gelezen… Of had hij dat gedroomd? Waarschijnlijk het laatste. Misschien droomde hij dit ook wel. De droom van de opperste eenzaamheid. Goeie titel dacht de schrijver. Fukking goeie titel.

De Schrijver stond op en wreef over zijn buik. Hij nam thee en ging weer zitten. Er gebeurde zo weinig in zijn leven dat de schrijver niets had om over te schrijven. Dat was een probleem. De Schrijver had het ooit ook eens andersom geprobeerd: door enorm veel te leven, erop uit te gaan en te zuipen enzovoorts had hij veel inspiratie gehad. Veel te veel. Daarom was de roman over de neukende man en de geneukte vrouw ook zo slecht. De Schrijver liep naar de kast en haalde het manuscript tevoorschijn. Het had de werktitel: Neuk me terwijl ik mijn tanden poets. Het sloeg nergens op, er werden helemaal geen tanden gepoetst. Wel geslachtsdelen. Misschien als hij de vrouw eens zwanger liet worden. Maar daar waren al zoveel boeken over gemaakt. Hij kon er niet een opnoemen.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage