Errare humanum est

Back with a new batch!

02/03/2005

Feuilleton
De verbittering van Thomas Lumpke deel 6


“Zal ik het voor je doen?” vroeg ik in een poging mij te herstellen terwijl Thomas een tweede vloeitje tevoorschijn trok. Rizla. Lumpke schudde het hoofd. “Het draaien van een sigaret is uiterst persoonlijk”, vond hij. Toen hij zwijgend zijn derde vloeitje doormidden had gescheurd gooide hij het pakje zonder iets te zeggen naar mij toe. Ik vouwde een keurige toeter zoals ik ze vroeger zelf ook rookte maar Lumpke was niet tevreden.

“Veel te klein zuigmondje”, mopperde hij. Hijzelf rookte kennelijk boomstammen. Ik vouwde er een hele batterij zodat Lumpke in elk geval de komende tijd wat te roken had, maar geen van allen kon hem bekoren. Hij meldde dat dat gebroken been hem weinig uitmaakte, maar dat hij niet zijn eigen shagjes kon rollen omdat de controle over zijn handen nog niet was teruggekeerd, dat was eigenlijk het ergste. “Pijn”, zei hij en pauzeerde even, alsof hij iets diepfilosofisch ging zeggen, “fysieke pijn doet me niet zoveel.” Ik besloot er niet op te reageren.

“Invaliden stellen zich aan”, was het volgende statement dat hij lanceerde. “Pijn is tijdelijk, trots is eeuwig”, voegde hij daar clichématig aan toe. Hij trok zichzelf in het groteske, iets dat mij zovel intrigeerde als ergerde. Ik besloot dat ik nodig naar huis toe moest, maar zocht een galante manier om mij uit de voeten te maken.

Hoewel Lumpke zeker doorhad dat ik weg wilde, maakte hij me dit niet gemakkelijk. Hij hield het gesprek - dat eigenlijk geen gesprek was, maar een monoloog – gaande door telkens met een nieuw aforisme op de proppen te komen. Ze werden hoe langer hoe drakeriger, totdat bij ‘Pijn is zwakte’ mijn tolerantiegrens bereikt was. Ik snapte dat Lumpke het mij onmogelijk wilde maken om subtiel gedag te zeggen en ik gaf hem tenslotte zijn zin door vrij abrupt afscheid te nemen. “Beterschap”, wenste ik. “Ik ben niet ziek.”
“Een voorspoedig herstel dan.”
“Whatever”, zei Thomas en stak een nieuwe sigaret op. Misschien had ik er toch te weinig gedraaid.

Toen ik de deur bijna doorwas riep hij mij naam. Even twijfelde ik. De verleiding om weg te lopen en te doen of ik niets gehoord had was groot, maar ik overwon haar en stak mijn hoofd nog eenmaal door de deur naar binnen. Lumpke tikte zijn sigaret af in een lege kop thee en zei: “Als je morgen weer komt, neem je dan wat schilderspullen mee?”

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage